Redactie Recepten 2 jul 2016, 18:00

Leestijd: 2 minuten

Thaise mosselen met kokosmelk, gember en koriander

Bij Mossel & Gin eet je de lekkerste Thaise mosselen van Amsterdam, maar thuis kan je ze ook net zo lekker maken. Heerlijk met kokosmelk, gember, citroengras én natuurlijk koriander. 

Was de mosselen in licht gezouten water en check of ze allemaal nog leven. De mosselen die dicht zijn waarvan de schelp nog intact is kun je sowieso gebruiken, maar die nog open staan (maar wel intact zijn) moet je even controleren op een teken van leven.

Wij geven ze altijd een tikje tegen de wasbak en zodra de schelp dicht gaat, weet je dat de mossel nog leeft. Gooi alle dode en kapotte mosselen gelijk weg. Liever een mossel minder, dan een voedselvergiftiging. Bewaar de mosselen in koud water of een kom totdat je ze gaat koken.

Snijd de steeltjes van de bos koriander. Leg de blaadjes apart en hak de steeltjes fijn. Snijd de ui in halve ringen, snijd de knoflook in plakjes, hak de rode peper fijn, rasp de gember en kneus het citroengras. Verwarm een grote (liever te groot dan te klein) pan op middelhoog vuur.

Giet een paar eetlepels olijfolie in de pan en verwarm. Fruit hierin de ui, knoflook en de steeltjes van de koriander. Kruid met peper en zout en voeg de gember, citroengras en rode peper toe zodra de ui doorzichtig begint te worden. Bak nog even mee en voeg dan de (afgegoten) mosselen toe.

Bak de mosselen op hoog vuur totdat het merendeel open staat. Voeg dan een scheutje vissaus toe samen met de kokosmelk. Roer goed om en laat op laag vuur onder af en toe roeren nog zo’n vijf à tien minuten staan. Hak ondertussen de koriander grof en roer door de mosselen.

Serveer de mosselen in de ‘saus’, samen met wat brood en eventueel frietjes. Vind je tijdens het eten nog dichte mosselen? Gooi die dan gelijk weg. Enjoy!