Redactie Dessertrecepten 17 jul 2014, 18:00

Leestijd: 2 minuten

Rosah’s heerlijke kersen palmiers

Ze zijn vuurrood, komen altijd in koppeltjes en zijn zo zoet als liefde op het eerste gezicht. Van half juni tot half augustus trakteert Moeder Natuur ons op iets héél erg lekkers: kersen! 

door Masterchef-finaliste Rosah

En wie snoept er nu niet graag van een toetje met verse kersen, of kersenroom, of kersenijs met kersensaus? Dat dacht ik dus al. Toch kun je nog zoveel andere kanten op met dit veelzijdige stukje fruit. Al eens gedacht aan een kersen-meringue pie? IJskoude Kersen-granité op een bloedhete zomerdag? Of als je je echt wilt uitsloven, knapperig gebakken eendenborst met op kersenhout gerookte kersensaus. Alles is mogelijk.

Daarom maak ik voor jullie kersen-palmiers. Palme… wat? Palmiers zijn een typische Franse lekkernij, ze lijken op de oudhollandse krakeling, die de bodem van de koektrommel nauwelijks haalt.

Er is echter wel één ieniemienie klein probleempje: tijdens Masterchef werd duidelijk dat mijn talent voor het maken van desserts zo groot is als een koekkruimel. En dan vaak nog verbrand. Maar oefening baart altijd kunst, en daarom doe ik het lekker toch. En als ik het kan, kan jij het helemaal! Voor deze kersen-palmiers heb je slechts drie ingrediënten nodig: Bladerdeeg, suiker en natuurlijk verse kersen.

Hoe maak je deze palmiers?

Verwijder de pitten uit de kersen en pureer ze in een blender, met een staafmixer of met een vork tot een fijne puree. Voeg eventueel suiker toe naar smaak. Haal vier bladerdeeg-plakken uit de vriezer en laat op kamertemperatuur komen. Leg de plakken zo neer dat ze elkaar overlappen, zodat er één grote vierkante plak bladerdeeg ontstaat.

Rol het deeg vervolgens uit met een deegroller en bestrooi met suiker. Nu is het slechts een kwestie van vullen, vullen, vullen en rollen, rollen, rollen. Dus, besmeer het gesuikerde deeg volledig met een dunne laag van de kersenpuree en rol het deeg van twee kanten naar het midden. Rol de hele staaf nu voorzichtig in plastic folie en leg het een uur in de koelkast.

Na een uur is het deeg koel en makkelijker te snijden. Beleg een bakplaat met bakpapier en bestrooi ook dit met suiker. Snijd de staaf nu in plakken van een halve centimeter dik en leg ze voorzichtig op de bakplaat. Bak ze af in een voorverwarmde oven van 170 graden en laat ze vervolgens afkoelen.

Lekker voor bij de koffie of bij de thee. Geef ze cadeau of hou ze stiekem voor jezelf. Maar smullen is het zeker en binnen no time waan je je ergens op een kersenrode wolk, ergens boven hartje Parijs. Bon appétit!