Moksi Alesi: Surinaamse rijst met zoutvlees en gele spliterwten
Iskamella Wennekes daagt Culy-redactrice Winnie Verswijvel (26) uit om traditionele Moksi Alesi te maken. Dit recept heeft Iskamella van haar moeder overgenomen. Het recept én wat Winnie ervan heeft gebrouwen, vind je hieronder.
Zo maak je de Moksi Alesi
Kook de gele spliterwten gaar maar niet helemaal zacht.
Ontzout het zoutvlees en snijd in stukken. Verhit de olie in een grote pan en bak daarin het zoutvlees, het ontbijtspek en de garnalen samen met de ui en de tomaat aan.
Voeg de gaar gekookte gele erwten toe, samen met 1 liter water. Laat het geheel opkoken en voeg vervolgens de zwarte peper en de bouillonblokjes toe. Proef even en voeg naar smaak eventueel een beetje aromat toe. Schep de rijst erdoor.
Leg de peper bovenop de rijst en dek af. Laat 30 op een laag vuur garen. Dien op met gebakken kookbananen en een simpele salade van komkommer, tomaat en rode ui.
Aan de slag!
Winnie: “Het handige aan Iskamella’s recept voor Moksi Alesi is dat je er niet eens voor langs de toko hoeft te gaan. Zelf vond ik alle benodigde ingrediënten – zoals het zoutvlees – gewoon bij de Albert Heijn.
Ik had nog niet eerder gekookt met de gele spliterwten van Valle del Sole maar was aangenaam verrast door de snelle kooktijd. Door ze 20 minuten te koken in ruim water werden de spliterwten perfect gaar maar niet te zacht – precies zoals het recept het omschreef.
Daarna volgde ik Iskamella’s instructies nauwkeurig op. Het recept bleek erg eenvoudig te zijn. Ik mikte de ingrediënten in de pan en wachtte een half uurtje tot de rijst het vocht had opgenomen. En ja hoor, na 30 minuten was de rijst helemaal zoals ‘ie moet zijn: zacht en toch niet plakkerig.
Ook handig: omdat het gerecht in één pan gemaakt wordt, was de keuken in een handomdraai opgeruimd. Zo heb ik het graag.
Iskamella had in haar recept aangeraden om de Moksi Alesi te serveren met bakbanaan en een salade. Dat deed ik dan ook! De schijfjes bakbanaan bakte ik goudbruin in een laagje zonnebloemolie en de salade maakte ik met wat schijfjes tomaat, fijngesneden komkommer en dunne reepjes rode ui.
Door al die kleuren kon ik de Surinaamse zon bijna op mijn huid vóélen – en dat op een gure herfstdag.
En de smaak? Die was ontzettend lekker. In Vlaanderen – waar ik ben opgegroeid – zijn er nauwelijks Surinaamse eetgelegenheden. Vandaar dat ik nog tamelijk onbekend was met de Surinaamse keuken en Moksi Alesi zelfs niet kende.
Met Iskamella’s recept – waar trouwens een heel mooi verhaal aan vast hangt – heb ik de Surinaamse eetcultuur weer een beetje beter leren kennen. En dat deze Moksi Alesi vaker bij mij op tafel komt, dat staat buiten kijf.”
Benieuwd naar het ontroerende verhaal achter het recept? Dat lees je via deze link!