Limburgse kersenvlaai van de Bisschopsmolen
Culinair journalist Laura de Grave crosst met een elektrische motor door heel Nederland om op zoek te gaan naar lokale producten en gerechten. Haar verhalen en recepten staan in het Nederland kookboek en op 24Kitchen worden haar avonturen ondertussen in de serie Lekker Lokaal uitgezonden. Wij mogen een recept met jullie delen: de beroemde Limburgse vlaai van De Bisschopsmolen.
Laura: “Als er één plek is waar je de echte Limburgse vlaai kunt proeven, dan is het wel bij de Bisschopsmolen in het centrum van Maastricht. Terwijl het water van rivier de Jeker hier in de oudst werkende watermolen van Nederland klettert, bakt Frank van Eerd er in de bakkerij de lekkerste speltvlaaien met zo veel mogelijk lokale ingrediënten.”
Limburgse kersenvlaai
1. Begin de avond van tevoren. Ontpit de kersen en vang het sap op. Zet de ontpitte kersen apart tot later gebruik. Leng het kersensap met water aan tot 375 ml. Doe in een steelpan en breng aan de kook. Voeg 150 g suiker toe en roer door. Doe de maizena in een kommetje en voeg 4 el koud water toe. Roer met een vork tot een glad papje.
2. Voeg het maizenamengsel al roerend met een garde toe aan het suikerwater, zodat het indikt. Breng al roerend aan de kook en laat nog 1 minuut zachtjes doorkoken. Roer de kersen erdoor en neem van het vuur. Doe de vlaaivulling in een kom en zet minimaal 12 uur in de koelkast.
3. Doe de bloem, gist, boter, 20 g suiker, 1 ei en de melk in een mengkom. Mix met een mixer met deeghaken 4 minuten op de laagste stand tot een samenhangend deeg. Voeg het zout toe en mix nog
2 minuten op stand 2.
4. Houd een bol deeg van 150 g apart voor de vlaaideksel. Vorm van de rest van het deeg een bol voor de vlaai- bodem. Laat beide deegbollen afgedekt met een vochtige theedoek op een warme plaats minimaal 20 minuten rijzen.
5. Rol het deeg voor de vlaaibodem met de deegroller op een met bloem bestoven werkblad uit tot een ronde plak, iets groter dan de vlaaivorm. Vet de randen van de vorm in met boter. Teken met behulp van de vlaaivorm- bodem een cirkel op een stuk bakpapier. Knip uit en leg op de bodem.
6. Verdeel de deegplak over de vlaai- vorm door het deeg telkens los op te tillen en met je duim in te duwen. Druk de randen goed aan. Snijd eventueel het deeg dat boven de rand uitkomt weg. Roer de vlaaivulling door en voeg, als het te dik is, eventueel wat water toe aan het kersenmengsel. Verdeel de kersenvulling over de bodem.
7. Rol het deeg voor de vlaaideksel uit tot een lap van 3 mm dik. Snijd in repen van 3 cm breed. Leg de stroken deeg kruislings op elkaar over de vulling en druk vast aan de randen. Verwijder overtollig deeg. Klop het laatste ei met 2 el water los in een kommetje. Bestrijk de deegstroken met het eimengsel. Bestrooi de vlaai met de rest van de suiker en laat 30 minuten narijzen.
8. Verwarm de oven tot 200 °C. Bak de vlaai in het midden van de oven in 15-20 minuten goudbruin en gaar. Haal de vlaai met een taartschep direct uit de vorm.
Dit recept komt uit het Nederland kookboek – De lekkerste lokale producten en gerechten door Laura de Grave (Uitgeverij Brandt). Het kookboek is nu te koop voor € 30,- euro.