Frisse citroentiramisù
Tiramisù is een bekend Italiaans dessert, en hoewel het klassiek zalig is, kun je er goed mee variëren. Caroline Brouwer deed dit dan ook en maakte deze originele versie met citroen én amaretti koekjes.
Leg de kookringen op een met bakpapier bekleed plat bord. Bekleed ook de binnenkant van de kookringen met een reep papier (als je ze licht invet, blijft het bakpapier kleven tegen de binnenkant).
Was de citroenen en rasp de schil van één van de twee. Pers beide uit zodat je in ieder geval 100 milliliter sap hebt. Week vervolgens de gelatine vijf minuten in ruim koud water.
Breng het citroensap met de schil en de suiker aan de kook, totdat de suiker is opgelost. Neem de pan van het vuur en voeg de limoncello toe. Doop voor iedere ring vier koekjes in de siroop en leg op de bodem in de kookringen.
Verwarm de resterende siroop en los hierin de uitgeknepen gelatine op. Laat iets afkoelen. Klop ondertussen de mascarpone los met de slagroom tot een dikke, romige crème. Voeg de siroop toe, meng voorzichtig en schep de crème op de koekjes in de ring. Zet de tiramisù minstens twee uur in de koelkast om op te stijven.
Zet vlak voor het serveren de tiramisù op vier borden, verwijder de kookring en het bakpapier.Garneer met de laatste koekjes (eventueel fijngehakt) en bestrooi met een beetje poedersuiker.