Met deze supersimpele tips word je een betere thuiskok
Als je op Culy komt ben je natuurlijk al een echte foodie, maar een beetje verbetering in de keuken kan nooit kwaad. Daarom: 12 supersimpele tips waarmee je een betere thuiskok wordt.
1. Een snuf zout haalt zoet op. Niet vergeten om aan je cakebeslag of koekjesdeeg toe te voegen, dus!
2. Gebruik je rauwe ui in een gerecht? Snijd de ringen zo fijn mogelijk en week ze een halfuurtje in koud water om de smaak minder sterk te maken.
3. Zorg dat het water waar je pasta in kookt écht goed zout is. Als je proeft, moet het net zo zout als zeewater smaken. Ongeveer een flinke theelepel op een liter water.
4. Pocheer je graag gevogelte? Doe dat een keertje in kippenbouillon of groentebouillon, in plaats van in water. Zo krijgt je gevogelte nog veel meer smaak. Dit werkt ook goed bij vis!
5. Varieer met het soort zout wat je op een gerecht (als ‘garnering’) gebruikt. Een grove (zee)zoutkristal kan extra lekker zijn op vlees of vis, maar juist weer te heftig zijn in bijvoorbeeld een risotto.
6. Wil je je groenten knapperig houden als je ze bakt? Zout dan van tevoren de rauwe groenten (flink) in, laat even staan en spoel dan af. Dep de groenten vervolgens goed droog.
De groenten zullen door het zout hun overtollige water verliezen en zo worden de groenten daarna stukken knapperiger. Dit werkt vooral extreem goed bij vochtrijke groenten, zoals courgette en aubergine.
7. Een stoofpot krijgt een zachtere smaak als je een lepeltje (niet al te scherpe) mosterd toevoegt. Pindakaas werkt hier ook goed voor, zonder dat je het al te erg proeft.
8. Gebruik smaakmakers als balsamico-azijn en worcestershiresaus vaak en veel. Het geeft meer diepte aan een gerecht, niet alleen aan pasta of vlees, maar ook aan salades en geroosterde groenten. Oja: aardbeien zijn dol op balsamico!
9. Wil je echt een mooi bruin korstje op je vlees (hallo Maillard-reactie!), zorg dan dat je vlees droog is – goed deppen met een theedoek of keukenpapier is essentieel. Je pan moet goed heet zijn, en groot genoeg voor je vlees; de stukken mogen nooit over elkaar heen liggen.
10. Volgens velen maak je het perfecte taartdeeg met een flinke scheut wodka; dit doet wonderen voor de textuur, maar beïnvloedt de smaak niet. Let wel op dat de verhoudingen vloeibaar-vast goed blijven. Een goed recept voor taartdeeg met wodka vind je hier.
11. Gun jezelf voorverwarmde borden (dat is een fluitje van een cent in de magnetron of oven). Je eten blijft langer op temperatuur én smaakt hierdoor beter. Zeker met gerechten die snel afkoelen, zoals risotto of soep, is dit slim. Andersom werkt het ook: oesters en steak tartare moeten op een koud bord.
12. Don’t overcrowd the pan! Ingrediënten die je bakt, roostert of grillt, hebben de ruimte nodig om dit te doen. Neem nu champignons: als je ze de pan te vol doet, zullen de champignons niet allemaal gelijkmatig bruinen. De één krijgt een lekker krokant randje, de ander blijft zacht en zompig. Voeg dus niet teveel toe, en gebruik anders twee pannen (of bakplaten, als je de oven gebruikt).