Melk opschuimen: 6 tips voor het beste schuimlaagje op je cappuccino
Melk opschuimen: we kunnen er op de Culy redactie een boek over schrijven. De ene keer is ons cappuccinoschuim zo lobbig dat het bij de laatste slok in ons gezicht klapt en de andere keer schuimt de melk maar amper op. Dat moet anders! En daarom voor eens en voor altijd: zó krijg je de beste geschuimde melk voor je cappuccino. Spoiler: het is eigenlijk best makkelijk. Kijk maar naar deze zes tips.
6 tips voor de beste geschuimde melk
1. Gebruik altijd volle melk
Het is misschien niet de meest bewuste keuze, maar wel de lekkerste. Een cappuccino met volle melk, smaakt namelijk beduidend lekkerder dan een van magere melk. Hoewel magere melk wel prima opschuimt, heeft het grote bellen en stijf en droog schuim. Dat willen we niet.
Volle melk is romig en zacht en heeft na het opschuimen het microschuim dat je wil hebben. Microschuim is namelijk het schuim dat je proeft als je bij een slok cappuccino denkt: “het is alsof ik een wolkje drink.” Dán is het goed.
2. Gebruik altijd houdbare melk
Hoewel de meningen hierover verdeeld zijn – want verse melk heeft beduidend meer smaak en kwaliteit dan houdbare – blijft houdbare melk toch de favoriet voor het creëren van een schuimlaag.
Dit is omdat in lang houdbare volle melk meer gedenatureerde eiwitten zitten. Deze binden bij hogere temperaturen makkelijker, wat zorgt voor een stabiel schuim.
3. Gebruik altijd koude melk
We kunnen dit niet vaak genoeg zeggen, maar gebruik immer koude melk. Laat het niet buiten de koelkast staan voor je het gaat opschuimen, maar zet het voor die tijd júist in de koelkast. Gebruik je geen goede koude melk, dan schuimt je melk een stuk minder goed op.
Ga je melk ook vooral niet verhitten voor het opschuimen. Je melk schuimt dan bijna niet op en zal ook een vreemde smaak krijgen doordat de temperatuur uiteindelijk te hoog komt.
4. Verhit de melk niet te lang
Afhankelijk van wat voor melkopschuimer je gebruikt, is het belangrijk dat je de melk niet te lang verhit. Vandaar ook dat de melk goed koud moet zijn. Zo gun je jezelf iets meer tijd in het opschuimproces. Gebruik je een koffiemachine met een pompje om je melk op te schuimen? Vul de melkkan dan voor 1/3 met koude melk, houd de stoompijp iets onder de oppervlakte van de melk en draai de kraan open.
Beweeg, terwijl je een sissend geluid hoort en de melk stijgt, de kan naar beneden om de stoompijp steeds onder de oppervlakte te houden. Als de melk 45°C is, zijn de eiwitten ‘opgeklopt’ en kun je de melk nog iets gaan verhitten. Dit doe je door de stoompijp dieper in de melk te steken. Stop wanneer de melk tussen de 60°C en 65°C is.
Gebruik je een ‘automatische’ melkopschuimer? Da’s lekker makkelijk. Dan reguleert de machine de temperatuur voor jou.
5. Sla luchtbellen weg
Zie je, na het melk opschuimen, nog luchtbellen zitten? Sla deze dan weg. Dit doe je door je melkkan plat op het aanrecht te tikken of door datzelfde met je melkopschuimer te doen. Altijd plat, anders heb je je melk straks overal zitten.
6. Wals, wals en wals
Als de luchtbellen weg zijn, ga je de melk walsen. Nee, je hoeft er geen dansje mee te doen, je moet ‘t gewoon eventjes laten ronddraaien. Shake je melkkan of melkopschuimer in de rondte zodat er een draaikolk ontstaat. Zo maak je het microschuim soepeler en kun je er een stuk makkelijker je latte art hartje of dolfijn mee gieten.