Van sfenj tot bomboloni en loukoumades: de wereld rond in donuts
Donuts zijn in essentie niet meer of niet minder dan gefrituurde hoopjes deeg. Dat dat goddelijk is, snappen ze over de hele wereld. Want donuts zijn er in vele soorten en maten.
Waar komen donuts vandaan?
Hoewel we dankzij Amerikaanse ketens als Dunkin Donuts zouden vermoeden dat donuts uitgevonden zijn in Amerika, zijn de meningen daarover verdeeld. Het verhaal gaat de ronde dat Nederlandse kolonisten olykoek (“oil(y) cake”) meebrachten naar New York, waar het goedje klaarblijkelijk in de smaak viel.
Deze olykoek lijkt op klassieke donuts zoals we ze vandaag de dag kennen, maar had nog geen gat in het midden. Als we dit verhaal mogen geloven, zijn donuts dus in feite geen Amerikaanse uitvinding, maar een Nederlandse. Wij strijken de eer graag op.
De wereld rond in donuts
Sowieso is het frituren van deeg iets wat ze over de hele wereld doen. De grootte, toppings en vullingen variëren, maar lekker zijn ze allemaal. Dit zijn een aantal verschillende soorten donuts die je over de hele wereld tegenkomt.
1. Italiaanse bomboloni
Deze Italiaanse versie van de donut is licht, luchtig en verslavend lekker. In tegenstelling tot donuts hebben ze geen gat in het midden, maar zijn ze balvormig.
Bomboloni eet je zonder glazuur en met fijne suiker. Soms krijgen ze een vulling. Custard, room, chocolade of jam bijvoorbeeld. Ze zijn op hun lekkerst als ze loeiheet en versgebakken zijn. En de naam? Dat is een verwijzing naar het Italiaanse woord bomba, dat simpelweg bom betekent. Want zo zien ze er ook uit: als kleine deegbommetjes.
2. Griekse loukoumades
Fun fact: in 776 voor Christus werden Griekse loukoumades geserveerd tijdens de allereerste Olympische Spelen. Ze golden als ‘honing-tokens’ voor de winnaars. Traditioneel worden deze kleine gefrituurde deegballetjes dan ook ondergedompeld in honing.
Vandaag de dag zijn ze verkrijgbaar met een grote hoeveelheid aan toppings zoals chocolade, jam of een combinatie.
3. Marokkaanse sfenj
Sfenj (uitgesproken Sfenz) is een Arabisch woord en betekent letterlijk ‘spons’. Een perfecte benaming, aangezien ze heerlijk zacht zijn vanbinnen en krokant vanbuiten. Je kunt deze lekkernij ongezoet, gesuikerd of gedoopt in honing eten. Zowel koud als warm zijn ze heerlijk.
Wanneer je naar Marokko gaat, kun je ze op zo goed als elke hoek van de straat vinden. Voor ongeveer een euro heb je al een volledige zak vol! Veel Marokkanen eten ze dan ook graag tussendoor, als ontbijt of na het avondmaal, gepaard met een lekker zoete Marokkaanse muntthee.
4. Nepalese sel roti
Voor Nepalese sel roti worden ghee, melk en suiker gemengd met rijstebloem om er een pasta van te maken. Soms worden ook specerijen zoals kardemom of kruidnagel toegevoegd. Van het deeg worden ringen gekneed (met een groter gat dan een standaard opening) die gefrituurd worden.
Uit het vuistje zijn ze al heel lekker, maar soms worden ze geserveerd met yoghurt, warme dranken of gefrituurde groenten.
5. Zuid-Koreaanse chapssal
Chapssal zijn Zuid-Koreaanse gevulde gefrituurde deegballetjes die wat kleiner zijn dan de donuts zoals wij die kennen. De vulling kan variëren van hartig (zoals kaas) tot zoet. Een typische zoete vulling is gezoete rode bonenpasta, een ingrediënt dat je in blikvorm in de Aziatische supermarkt vindt.
6. Maleisische kuih keria
Kuih keria zijn Maleisische donuts op basis van zoete aardappel. De textuur is geconcentreerder dan die van een gewone donut, voornamelijk omdat er geen rijsmiddel zoals gist in het beslag gaat.
De topping bestaat uit gekarameliseerde palmsuiker, die smelt in je mond.
https://www.instagram.com/p/CL9Kj0SJ8MQ/?utm_source=ig_web_copy_link
7. Donuts uit Mongolië: boortsog
Boortsog zijn Mongoolse donuts met een leuke vorm. Dat komt omdat het deeg in driehoekjes gesneden wordt. Met een mes wordt middenin een inkeping gemaakt. Door de uiteinden van de driehoek door de inkeping te halen ontstaat de typische knoopvorm van boortsog.
Boortsog zijn populair in grote delen van Centraal-Azië en worden vaak geserveerd met boter of honing.