Redactie Inspiratie 24 feb 2016, 18:00

Leestijd: 2 minuten

Waarom we zo gek zijn op zeeduivel

We zullen er geen doekjes om winden: de zeeduivel dankt zijn naam aan zijn lelijke voorkomen. Als je ‘m tegenkomt in het water (of bij de visboer) zal je instinct zeggen te vluchten, maar geloof ons: dit monster uit de zee is een parel op je bord. 

Het eerste wat opvalt is zijn kop: met een bek vol puntige tanden en in verhouding tot de rest van zijn lichaam enorm. Niet bepaald aantrekkelijk, totdat je je eerste stukje proeft. Grote kans dat je gelijk verkocht bent.

Van de zeeduivel wordt vooral het vlees in de staart gebruikt, maar ook de wangetjes zijn een ware delicatesse. Daarnaast bevatten de botten in het hoofd relatief veel gelatineuze stoffen, waardoor het heel geschikt is om bouillon van te trekken.

Het magere vlees uit de staart is heerlijk zacht, maar stevig van structuur. Ook kom je nauwelijks tot geen graatjes tegen en is ook de hoeveelheid restafval te verwaarlozen. Ideaal wat ons betreft, zeker als je het leuk vindt om een groter stuk vis op tafel te zetten.

Aan de slag

De filets kun je net als tonijn bereiden zoals vlees. In z’n geheel of in stukjes gesneden in de oven, de pan of op de barbecue, heerlijk gesmoord op lage temperatuur in een smaakvolle saus of zachtjes gepocheerd in een soep of bouillon.

Ook is het verrukkelijk om de filets in spek of gedroogde ham te wikkelen en zo te garen, of serveer gebakken met een beurre blanc saus met spinazie. Let er wel op dat de vis mooi glazig van binnen blijft, want droog bakken ligt snel op de loer.

De wangetjes zijn een stuk delicater, maar ook zeker de moeite waard om een keer in huis te halen. Stoof ze zachtjes in bijvoorbeeld tomatensaus, of bak kort in boter en serveer met een lekker zuurtje.

Zeeduivel in huis halen

Zoals je merkt zijn we nogal enthousiast over zeeduivel, maar geef ons eens ongelijk: zo’n mooi stukje vis moet wat ons betreft vaker gegeten worden. Het enige nadeel? De prijs. Helaas is die wat aan de hoge kant, maar voor een keertje mag het best.

Let bij het kopen echter wel op dat de vis uit een ‘goed’ gebied komt, waar de zeeduivel niet wordt overbevist. Dit kun je het beste vragen aan je visboer of controleren op Goedevis.nl.