Verschillende soorten radijzen op een rij

Radijzen zijn er in allerlei kleuren en vormen, maar dit moet toch wel de bekendste zijn: de rode radijs. Hoewel rood, hij neigt eigenlijk meer naar roze. Vaak hebben ze nog een wit topje en komt er wat groen loof uitsteken. Dat kan je trouwens prima eten. Heerlijk door een salade of samen met de plakjes radijzen en wat gezouten boter op een stuk toast.

De witpuntradijs heb je vast eens zien liggen op de markt in Frankrijk. Ze zien er eigenlijk precies zo uit als de rode radijs, alleen zijn ze een stukje langer. De smaak en kleur zijn identiek.

3. Witte radijzen

Witte radijs is iets minder pittig dan zijn rode neef. Hij kraakt lekker in je mond en heeft een wat zoetere smaak. Je eet ‘m op dezelfde manier als de rode radijs: als niet-zo-typische pickle, knapperige snack of om een stamppot of salade mee te garneren.

Wist je al dat je radijzen ook gewoon kunt bakken? Moet je alleen niet doen met deze prachtige bussels (bosjes), want ze verliezen veel van hun kleur. Gekleurde radijzen zijn er voor de show. Zet ze op tafel en iedereen trekt zijn telefoon te voorschijn om foto’s te maken van je gerecht.

Tip: radijsjes blijven langer vers als bussel. Dus snij thuis enkel de radijsjes eraf die je nodig hebt en laat de rest lekker zitten.

De radicale radijs: hij lijkt echt op een ijspegel! Lang, slank en wit met een spitse vorm. De smaak is zachter dan de roze radijs en je kunt ze rauw eten als een wortel, even kort blancheren of bakken. De gezonde snack voor bij de borrel.

Serveer ze eens bij crème fraîche bestrooid met furikake of een zeewierboter!

Een poppenhuisradijsje. Je vindt ze in het rood, wit, paars of helemaal wit. Deze knapperige knapperds hoef je nauwelijks te bewerken: alleen even wassen en dan kunnen ze op het bord of door de sla. Als taco topping zijn ze ook perfect.

Megagroot, megalekker! Rammenas, daikon of rettich zijn verschillende namen voor dezelfde groente. Het is de grote broer van de radijs en lijkt op een supergrote wortel. Je zou het niet zeggen, maar de smaak is zachter dan een radijs. Vergelijk het met een chili: hoe kleiner, hoe pittiger.

Snijd de witte rammenas in hele dunne plakken met een mandoline, beleg met een avocadocrème en leg er nog een plakje op: zo maak je hele mooie rauwe ravioli’s. Voelt lekker cheffy. Je kan de rammenas ook stoven, roerbakken in de wok of inleggen. Een klassieker is de daikon salade, zoals deze van het Amerikaanse food magazine Bon Appetit.

Hoe mooi klinkt ‘radis noir’? Dan willen we toch meteen naar Parijs en radijsjes eten op een verwarmd terras? Let op: deze zwarte rammenas hoef je niet te schillen. Met een mandoline kan je ‘m in flinterdunne plakjes snijden, dan krijg je een mooi zwart randje én behoud je de pittige mosterdsmaak van net onder de schil.

9. Watermeloenradijs

Van buiten groen en van binnen rood-roze: net een watermeloen. De officiële naam is red meat- of green meat-radijs, want ze komen in verschillende varianten. De buitenkant is vrij onopvallend, maar aan de binnenkant zijn ze verrassend spetterend met hun felle kleuren.

Deze van oorsprong Chinese radijzen eet je het best rauw, want gestoofd verliezen ze wat van hun prachtige kleur. Je ziet ze vaak op avocado toast omdat ze zo aanstekelijk mooi zijn.

De blauwe radijs is het zusje van de green meat en red meat radijs en wordt officieel, je raadt het al: blue-meat radijs genoemd. Zijn looks maken hem perfect voor gerechten waarbij je naar iets extra’s zoekt. Een puntjes-op-de-i-radijs.

Deze radijs is trouwens van binnen en van buiten gekleurd. Onder de donkerpaarse schil schuilt namelijk een knol met paarse en witte vlekken. Tip: maak een salade met blauwe radijs en rabarber.