Culy Vrouw: Lelani Lewis van Code Noir
Is de culinaire wereld een mannenwereld? Niet als het aan de vrouwen ligt die elke dag keihard werken in de gastronomie. En dat zijn er veel! Chefs, sommeliers, gastvrouwen en bakkers die uitblinken in hun vak en die toevallig vrouw zijn. Zij krijgen – naar ons idee – veel te weinig aandacht. Daarom zet Culy de komende tijd een aantal heldinnen uit de food wereld in de spotlights. We stellen je voor aan Lelani Lewis: culinaire duizendpoot en auteur van Code Noir.
Lelani Lewis: verhalen uit de Caraïben
Als je aan een chef denkt, is de kans groot dat je denkt aan een witte man met een groot koksmes in zijn hand, tattoos en wellicht ook een dood dier over zijn schouder. Denk je aan een sommelier, dan zie je waarschijnlijk ook een witte man voor je, in een net pak. En zo zijn er nog wel meer rollen in de culinaire wereld waarbij we vaak automatisch denken aan mannen.
Tijd voor een diverser beeld dan dat! Culy schijnt daarom eens een spotlight op de vrouwen in de food wereld. Wie zijn zij en wat beweegt hen om te doen wat ze doen? Vandaag op het podium: Lelani Lewis. Culinaire duizendpoot en verteller van – met eten doorspekte – verhalen uit de Caraïben.
Lelani Lewis over ondernemen en hard werken
Wij spraken Lelani over haar rol in de culinaire wereld.
Lelani, kan je kort vertellen wie je bent, wat je achtergrond is en hoe je in de foodwereld bent terechtgekomen?
Lelani: ”Ik ben geboren in Londen; via mijn vader liggen mijn roots in Grenada (een klein eiland in de Caraïben) en mijn moeder is tweede generatie Iers. Momenteel woon ik in Amsterdam en ben ik met veel verschillende dingen tegelijk bezig. Ik doe food styling, ik ben kookboekenauteur, chef en heb een studio waar ik samen met andere chefs evenementen organiseer.”
Hoe ben je in deze wereld terechtgekomen? Is dit wat je altijd al wilde doen?
”Ik wist heel lang totaal niet wat ik wilde doen met mijn leven! Daar kwam ik echt pas later achter. Eigenlijk ben ik er vooral ingerold, al denk ik dat het zo had moeten zijn. In de UK heb ik veel jobs geprobeerd waarbij ik altijd het gevoel had dat er iets niet klopte. Ik bleef me maar afvragen waarom, gevolgd door de bijhorende existentiële crisis.
Zo’n acht jaar geleden ben ik samen met mijn man naar Amsterdam verhuisd. In Londen had ik al wel eens geëxperimenteerd met pop-ups en ik wist dat ik dit wilde verder zetten in Nederland. Ik wilde mezelf heruitvinden en dat is gebeurd ook. De pop-ups in Amsterdam bleken een katalysator voor mijn verdere carrière in de foodwereld hier.”
Hoe ging die eerste pop-up in Amsterdam?
”Dat was bij Rum Barrel op de Javastraat, waarbij ik in mijn eentje acht gangen voor veertig mensen maakte. Ik stond huilend in de keuken en kon alleen maar denken: ”Wat heb ik mezelf in godsnaam aangedaan? Wie bedenkt dat nou, acht gangen voor veertig mensen?!” Gelukkig is het toch allemaal goed gekomen, de gasten hebben ervan genoten.”
”Ik stond huilend in de keuken en kon alleen maar denken: ”Wat heb ik mezelf in godsnaam aangedaan? Wie bedenkt dat nou, acht gangen voor veertig mensen?!”
Welke aspecten vind je het leukst aan je baan?
”Deze vraag doet mij denken aan Countryfile: een Britse TV-serie die zondagavond wordt uitgezonden. Als je naar dit programma kijkt met een knoop in je maag omdat je beseft dat je de volgende dag moet werken, dan zit er iets mis. Ik heb dit gevoel zelf zó lang gehad; iedere week zag ik ertegenop om de volgende dag weer aan het werk te moeten. Gelukkig kan ik nu met zekerheid zeggen dat dit gevoel voorbij is en dat is exact waarom ik zo van mijn baan hou. Als ondernemer heb ik alle vrijheid om de dingen te doen zoals ik ze wil.
Ik hou ervan om mensen blij te maken en te voeden met lekker eten, zowel fysiek als spiritueel. Ik hou van de creativiteit van koken en van foodstyling (ook al worstel ik met het feit dat er in deze industrie veel verspild wordt) en ik hou ervan om andere chefs een platform te geven. Daarnaast hou ik ook enorm van de verhalen die ik met mijn baan kan vertellen. Kortom: what’s not to love?!”
Welke aspecten van jouw baan worden soms onderschat?
”Dat het heel, héél hard werken is. Je moet bereid zijn om dat te doen en om heel veel doorzettingsvermogen aan de dag te stellen, anders doe je beter wat anders. Ook die constante zelftwijfel is hardnekkig: ”Ben ik wel goed genoeg om dit te doen? Word ik wel goed genoeg betaald?” Je moet daar maar mee kunnen omgaan. Bovendien moet je jezelf steeds blijven uitvinden door nieuwe dingen te leren. Dat kan alleen maar vanuit een sterke mentaliteit om te willen groeien én om fouten te durven maken. Ook falen hoort bij dit vak, ik heb het zelf vaak genoeg meegemaakt.”
Ervaar je soms verschillen tussen mannen en vrouwen in wat je doet?
”Absoluut, 100 procent. Vrouwen twijfelen zó veel vaker aan zichzelf! Mannen zijn toch wat zelfverzekerder en in het slechtste geval ook wat arroganter – al heb ik het gevoel dat dat ook bijdraagt aan hun succes. Tegelijk voel ik dat er gelukkig al meer ruimte is voor de kwetsbaarheid van vrouwen. Het is vooral belangrijk om al die verschillende facetten van mensen te herkennen in dit soort industrie.”
Kun je wat meer over je boek, Code Noir, vertellen?
”In een notendop: het is een kookboek over de culinaire geschiedenis van de Caraïben. De naam verwijst naar een manuscript van Lodewijk XIV, het is een gedragscode over hoe slaven moeten behandeld te worden. Ik stuitte erop tijdens mijn onderzoek naar de geschiedenis van de Caraïben en ik vond het meteen een treffende naam.
Begrijp met niet verkeerd: Code Noir is een ontzettend donker stuk uit de geschiedenis, maar wel eentje waarvan ik het belangrijk vind om dit óók uit te lichten. Naast de mooie dingen die ik in het boek beschrijf natuurlijk: al het kleurrijke eten en de gigantische veerkracht van de mensen. Het boek is daarnaast doorspekt met persoonlijke ervaringen. Het gaat over familie, over samen zijn en over de rol die eten daarin speelt. Ik heb het opgedragen aan mijn broer, die onlangs onverwacht is overleden. Dat maakt het nog meer bijzonder.”
Hoe ben je te werk gegaan bij het selecteren van de recepten?
”De recepten waarmee ik ben opgegroeid zijn mijn referentiekader geweest. Ter illustratie: ik was van plan om een recept voor Oil Down mee te nemen in het boek, dat is het nationale gerecht van het eiland van mijn vader (Grenada). Hoewel dat helemaal zou passen bij de rest van de Caribische gerechten heb ik er zelf geen persoonlijke herinneringen aan. Daarom heb ik het uiteindelijk tóch weer weggelaten.”
Wat zijn de uitdagingen voor mensen die niet zoveel keukenervaring hebben?
”De grootste uitdaging bij mijn recepten is het vinden van alle exotische ingrediënten. Ik probeer daar altijd alternatieven voor te geven maar helaas boeten die toch vaak in op smaak. Gelukkig kun je veel online vinden en is de smaakbeloning groot. Qua moeilijkheidsgraad variëren de recepten van eenvoudig naar recepten die meer tijd kosten. Die laatste zijn perfect als je iets heerlijks wilt op zondagavond en bereid bent om al van ‘s ochtends de keuken in te duiken. Lekker low & slow koken dus.”
Welke recepten zijn goed om mee te beginnen?
”De klassiekers! Jerk chicken is altijd een succesnummer, net als de roti met chicken curry van mijn vader en de kabeljauw. Qua dessert is de pavlova met passievruchtcurd en geklopte mascarpone een showstopper. Het is heerlijk en het ziet er ook nog eens geweldig uit.”
Welke vrouwen inspireren jou en waarom?
”Ik heb veel vrouwelijke vrienden die me inspireren omwille van hun sterke, business-georiënteerde mindset. Eigenlijk zijn we een soort van coaches voor elkaar, elkaar steeds begeleidend in de madness van dit leven.
Op professioneel vlak ben ik geïnspireerd door Jessica B. Harris, een culinaire historica die meer dan veertig boeken over de geschiedenis van de Afrikaans-Amerikaanse keuken heeft geschreven. Door haar ontstond ook bij mij de behoefte om dit soort verhalen over te brengen aan het bredere publiek. Ze is van grote invloed op mijn werk.”
Wat zou je willen zeggen tegen de vrouwen die net zo’n functie ambiëren als die van jou?
”Wees bereid om te falen en vind de moed om weer op te staan, hoe vaak je ook valt. Leg jezelf geen beperkingen op en durf te dromen. Kijk naar mij: een kookboek uitbrengen was altijd één van mijn grote dromen. Het feit dat ik dit nu heb gedaan, doet me beseffen: the sky is écht the limit. Wat de ene dag onbereikbaar lijkt, kan de andere dag zomaar werkelijkheid worden.”
Meer Lelani? Vanuit haar studio in Centrale Markthal (Amsterdam) organiseert Lelani pop-updiners met diasforische gastchefs, lezingen en workshops. Check de Instagrampagina van Atelier Code Noir voor het programma.
> Code Noir van Lelani Lewis (Nijgh & van Ditmar) is (online) te koop voor €39,99,-
Meer vrouwen uit de food wereld?
- Culy Vrouw: Ixta Belfrage wordt ook ‘de nieuwe Ottolenghi’ genoemd
- Culy Vrouw: Noni Kooiman, chef-kok en auteur van Switi Sranan
- Culy Vrouw: Annaline Doelen was de jongste vrouwelijke vinoloog