Farinata: de Italiaanse pannenkoek van kikkererwten
Sommige kledingstukken moet je ‘aan’ zien; op de hanger lijkt het maar niets. Zo gaat dat soms ook met eten. Op een menukaart kan iets totaal niet smakelijk klinken, maar als je het dan eenmaal proéft…
Oorsprong
Zo ook met farinata (letterlijk: ‘gemaakt van bloem’), de Italiaanse pannenkoek van kikkererwten. Mooier kun je het niet noemen, want dat is nu eenmaal het gerecht. Hij komt oorspronkelijk uit Genua, een stad in Noordwest-Italië, ten zuidwesten van Milaan, aan de Ligurische Zee.
Inmiddels zie je de pannenkoek, en variaties daarop langs alle kustplaatjes aan de Ligurische Zee, van Nice tot aan Ventimiglia. Ja, ook in Frankrijk dus; aan de Côte d’Azur noemen ze de pannenkoek vaak socca.
Ook in Toscane maken ze hun eigen variant, die cecina of torta di ceci wordt genoemd (ceci betekent kikkererwt). In Sardinië heet de pannenkoek fainè.
Zo wordt -ie gemaakt
De basis van deze hartige pannenkoek is kikkererwtenmeel, te koop bij de (bio)supermarkt van merken als Smaakt of Leev Bio, of bij Midden-Oosterse toko’s. Dit meel wordt gemengd met water en (olijf)olie en lekkere kruiden, zoals rozemarijn en komijn en natuurlijk peper en zout.
Het dikke beslag moet een paar uur rusten, om vervolgens in de oven te worden gebakken. De pannenkoek is vaak wel een halve centimeter dik, en wordt in een tinnen, gietijzeren of koperen pan gebakken, waarin de hitte van de oven goed wordt vastgehouden.
Na het bakken wordt farinata traditioneel in ongelijke driehoekige delen gesneden, en zo gegeten als hapje of bijgerecht. Sommige Italianen, zeker buiten de Ligurische kust, eten de farinata met toppings zoals pesto. In Toscane wordt de pannenkoek als vulling tussen twee dunne focaccia gestopt. Jup, deeg op deeg…