De lekkerste snacks van de Indonesische toko
Je wordt er door de geur van nasi rames speciaal naar binnen gedreven, om vervolgens oog in oog te staan met een toonbank vol met intrigerende snacks: bij de Indonesische toko vind je genoeg spannends. Wat zijn al die snacks die je daar tegenkomt? En hoe smaken ze?
Pisang goreng
Dit is misschien wel de bekendste: pisang betekent banaan en goreng betekent gebakken. Voor de échte pisang goreng gebruik je bakbananen, die iets steviger zijn en meer zetmeel bevatten dan gewone bananen. De bananen gaan door een beslag en worden krokant gefrituurd.
Kue lapis
Spreek uit als kwee lappies. Dit zijn vrolijk gekleurde cakejes, die qua structuur ook wel wat weghebben van pudding (het zit eigenlijk precies tussen een cakeje en puddinkje in).
Kue lapis worden gemaakt van santen en tapioca- of rijstemeel en worden gestoomd. Vaak bestaan ze uit roze, groene en witte laagjes, een beetje zoals bij spekkoek.
Risolles
Risolles zijn gepaneerde flensjes met een vulling van kip of gehakt. De vulling is eigenlijk een soort ragout, op basis van prei, wortel, selderij en suiker. Suiker? Yes: want de vulling van risolles moet een beetje zoet zijn.
Nadat de flensjes zijn gevuld, worden ze opgerold, door geklutst ei en paneermeel gehaald en nog even gebakken in olie.
Lemper
Deze rolletjes worden gemaakt van gestoomde kleefrijst met een lekkere, geurige vulling van kip (soms gehakt of een vleesvervanger) die op smaak wordt gebracht met citroengras, djeroek poeroet (limoenblad), laos en kurkuma.
Die laatste verklaart ook de gele kleur van het mengsel. De rijst wordt opgerold in bananenblad of huishoudfolie.
Pangsit goreng
Pangsit is eigenlijk een Chinees hapje, dat is overgewaaid naar de Indonesische keuken. Daar waar ze in de Chinese keuken vaak worden gestoomd, worden ze in de Indische keuken gebakken in hete olie.
Het flinterdunne deeg – met een vulling van garnalen en gehakt – bakt superknapperig, daarom zijn ze ook zo onweerstaanbaar.
Indische kroket
Van de buitenkant lijkt de Indische kroket wel wat op onze Hollandse variant, alleen dan wat molliger en korter. De binnenkant is wél heel anders: een zachte vulling van aardappel, met in het midden gekruid gehakt met wortel, ui en nootmuskaat. Net als risolles zijn ook Indische kroketten wat zoetig.
Dadar gulung
Deze opgerolde groene flensjes hebben een vulling van kokos en gula djawa: palmsuiker.
De groene kleur krijgen de pannenkoekjes door toevoeging van pandan-extract uit de bladeren van de pandan-plant, dat een nootachtige, aromatische smaak geeft. Ook gaat er santen door het beslag: dit geperste geraspte kokos. Een snack voor kokos-fans dus!
Roti kukus en bolu kukus
Anders dan oma’s cake die wij kennen, is Indonesische cake licht, luchtig en gestoomd. Er komt dan ook geen boter aan te pas. De cake wordt op smaak gebracht met vanille, cacao of pandan.
Naast roti kukus heb je trouwens ook bolu kukus: zeg maar de éénpersoonsversie van roti kukus.
Spekkoek (spekuk)
Deze ken je vást wel: spekkoek komt qua smaak overeen met onze Hollandse speculaas en je herkent ‘m aan de vele laagjes. Spekkoek wordt laagje voor laagje gebakken, waardoor het een tijdrovend proces is.
Gelukkig kun je áltijd een stukje kopen bij de toko als je er trek in hebt! Mocht jouw spekkoek ook groene laagjes hebben, dan heb je de versie met pandan te pakken.
Pastel goreng (pasteitjes)
Net als in de Surinaamse keuken – en in onze Nederlandse trouwens; wat dacht u van het ragoutbakje? – struikel je in de Indonesische keuken over de pasteitjes.
Pastel goreng is gevuld met kip, groente, vis of gehakt. Vaak tref je er vermicelli in aan, stukjes ei, wortel en selderij. Lekker met wat chilisaus.
Klepon
Deze zien er zo leuk uit: felgroene balletjes met een jasje van witte kokos. Ze zijn zoet: de buitenkant is gemaakt van kleefrijst, binnenin vind je een vloeibare (!) vulling van gula djawa (palmsuiker). Serveer ze bij een kopje thee.