“Dat lust ik niet!”: 5 tips om eten wél lekker te gaan vinden
“Dat lust ik niet!” is de meest dodelijke zin aan tafel. Al het eetgenot in één keer weg. Dit gebeurt vaak bij kinderen, maar helaas ook nog heel vaak bij volwassen. Wat te doen als je kind, partner of jijzelf iets niet lust? Is daar wat aan te doen? Culy geeft tips.
De kaas-fobie
Allereerst een persoonlijke ontboezeming van Culy’s hoofdredacteur Monique. “Ik lust namelijk, al van kinds af aan, geen kaas. Lastig, want ik wil wél alles lusten, en kaas zit in duizend-en-één gerechten. Naast de smaak, vind ik de textuur vooral onprettig, om over de geur nog maar niet te spreken. Het is echt een fobie: ik durfde als jong meisje zelfs geen kaas in de koelkast te zetten, laat staan aan te raken. En nog steeds kun je me gillend weg laten rennen als je met een blok jonge kaas aan komt zetten.
Op een gegeven moment vond ik dat ik toch stappen moest zetten en de wereld van kaas moest ontdekken. Ik besloot rustig te beginnen: eerst de neutrale kazen zoals mozzarella en feta. Wat mij betreft meer room dan kaas, en ik bleek fan. Vervolgens gooide ik het op goede combinaties: kaas op de pizza, kaas in een tosti…
Al gauw ontdekte ik dat pasta lekkerder wordt met een laagje Parmezaan eroverheen, en die laag werd steeds royaler. En dat terwijl Parmezaanse kaas sterk en gerijpt is, iets wat ik nóóit zo ‘uit het vuistje’ zou eten. Maar in de combinatie met andere ingrediënten: heerlijk.
Inmiddels ben ik in de geitenkaas-fase beland; zachte zoete geitenkaas lust ik al, nu probeer ik de hardere soorten. En zo gaan we steeds verder. Het kan dus wel, als je het maar voorzichtig aanpakt, langzaam smaken ontdekt en het vooral in de perfecte combinaties zoekt.”
5 tips voor thuis
1. Dwing niemand, ook jezelf niet, om iets te moéten lusten. Zie het als een smaakontwikkeling, die kan soms tergend langzaam gaan. Een piepklein hapje, puur om het proeven, is al genoeg als eerste stapje. De rest volgt hopelijk daarna wel. Zeker met kinderen is het een kwestie van proberen
2. Begin voorzichtig. Lust je een hele categorie eten niet, zoals kaas, groenten of vis, begin dan qua smaak ‘onderaan’. Net als met wijn: een beginnende drinker vindt een rode wijn met veel tannines heel heftig, dus begin je met een frisse, lichte witte wijn. En zo ontdek je steeds verder.
3. Combineer erop los. Zoals met mijn kaasfobie: Parmezaanse kaas in een stuk vind ik gruwelijk, maar fijngeraspt over de pasta smaakt het zalig. Ingrediënten moet je slim combineren. Dingen die je minder lekker vindt, worden opeens wél smakelijk met een dip of sausje, of door ze te mengen met andere ingrediënten die je al wel lust.
4. Maak het lekker. Dit geldt zeker voor groente! Spruitjes worden ook nooit lekker als je ze tot snot kookt; kook ze kort en grill of rooster ze daarna met allerlei smaakmakers. Stoof een spitskool met een pittige marinade, rooster plakjes bloemkool in de oven tot ze bijna chips-achtig zijn, wok broccoli met een zoete chilisaus.
Maar natuurlijk geldt dit voor alle soorten eten. Een vriendin vond kippendijen bijvoorbeeld ‘eng’, ze was kipfilet zonder ‘de witte flubbeltjes’ (het natuurlijke vet) gewend. Maar door de kippendijen lekker aan te braden, het vetrandje krokant te laten worden, en de kip te verwerken in een lekkere salade, vond ze het heerlijk.
5. Presenteer het gerecht mooi. Zeker bij kinderen werkt dit; hoe gezelliger het bord, hoe eerder ze een hapje zullen nemen. Een groot stuk visfilet kan beangstigend zijn, maar in stukjes door een pasta wordt het al een stuk toegankelijker. Idem dito met fruit: op een spiesje is het opeens een traktatie.