Culy’s Moestuindagboek deel 7: wat eten we vandaag
Cathelijne Cras werkt als freelance journalist en tekstschrijver in het noorden van het land. Haar werkagenda is veelal gevuld met denkwerk en vele uren achter de laptop; koken en eten zijn dan ook goede manieren om ontspanning te brengen in het hoofd. Eind zomer 2012 besloot ze een nieuwe uitdaging aan te gaan om de balans tussen hoofd- en lijfarbeid te versterken: ze startte een eigen moestuin tussen de andere volkstuintjes. Haar groene vingers tikken tweewekelijks een dagboek voor Culy.nl.
Smaak uitdelen
Al eerder schreef ik over de vriendelijkheid en vrijgevigheid van mijn moestuinburen. Of het nu komt doordat ze enigszins medelijden hadden met die ploeterende dame die nog helemaal geen groente had, of door hun eigen overvloed en goedaardigheid… Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt. Wat een smaakvolle wereld wordt hier uitgedeeld!
Andijvie planten
Onder moestuinierders is het een bekend fenomeen: bij het opkweken van zaden, plant je altijd wat extra. Je weet immers nooit wat er opkomt. Het gevolg kan zijn dat je teveel plantjes hebt voor de beschikbare ruimte of eetlust. Deze plantjes komen veelal op de composthoop, worden gebruikt als bodembedekker in de winterperiode of geef je weg aan een ander.
Eén van de buren had nog wel een paar andijvieplantjes voor me: “Het is natuurlijk al wel laat in het seizoen, maar als de winter nog even niet van zich laat horen, kan het lukken”. Vol trots richtte ik één van mijn akkertjes in met de verkregen plantjes. Wat zal dat straks lekker smaken in de stampot!
De verkregen andijvie, rabarber en aardbeien – keurig in het gareel op één van mijn akkertjes. Op het tussenstukje dat nog open is, zaai ik zelf winterpostelein.
Profiteren van andermans verander-drift
Met een moestuin ben je ook tijd kwijt aan de planning van je moestuin en het volgende seizoen. Een achterbuurman wil zijn tuin anders indelen en heeft daarom verschillende planten over. Een set aardbeiplanten en twee rabarberplanten liggen aan mijn kant van het hek als ik bij mijn moestuin kom. Aan de planten vast, zit een handgeschreven briefje met daarop in een prachtig ouderwets handschrift: “Als je het niet kunt gebruiken, gooi maar terug. Groetjes.”
Grijnzend kijk ik op, maar de buurman is niet in zijn tuin. Ik plant dankbaar de planten en schrijf een bedankje op de achterkant van de zijne, hetgeen ik tussen de deur van zijn schuurtje schuif. Dit is weer eens wat anders dan een WhatsApp-conversatie!
Het handgeschreven briefje van een buurman: iets verregend, maar niet minder hartverwarmend.
Groenlof & pompoenen
Tijdens een andere middag moestuinieren, komt een andere buurman onze kant op. “Zeiden jullie niet dat jullie ook zo van pompoen houden? Neem maar mee en eet smakelijk!”, zegt hij vriendelijk. Het water loopt me op zo’n moment letterlijk in de mond.
Twee prachtige pompoenen en twee grote stronken groenlof, de ‘score’ na een middag moestuinieren.
Ik zie ze al heerlijk roosteren in de oven of smaakvol pruttelen in een pittige curry. We kregen eerder al twee grote stronken met groenlof, een voor mij onbekende groente. Ik kreeg het advies mee het te bereiden zoals de soortgenoot witlof. Na het wassen eerst maar eens rauw proeven: het lijkt inderdaad op witlof. Ik besluit een deel in de groentesoep te doen, maar dat blijkt te overheersend. Volgende keer dus maar in een hartige taart met blauwe kaas of gewoon in een ovenschotel!
De gewassen en gesneden pompoen is klaar om in de oven te grillen. Besprenkeld met olijfolie en voorzien van wat verse rozemarijn en knoflook in de schil.