Culy’s Moestuindagboek deel 4: een moestuin is zo stoffig nog niet
Cathelijne Cras werkt als freelance journalist en tekstschrijver in het noorden van het land. Haar werkagenda is veelal gevuld met denkwerk en vele uren achter de laptop; koken en eten zijn dan ook goede manieren om ontspanning te brengen in het hoofd. Eind zomer 2012 besloot ze een nieuwe uitdaging aan te gaan om de balans tussen hoofd- en lijfarbeid te versterken: ze startte een eigen moestuin tussen de andere volkstuintjes. Haar groene vingers tikken tweewekelijks een dagboek voor Culy.nl.
Ik hou helemaal niet van tuinieren
Helemaal vol van mijn kersverse ‘eigen’ moestuin kan ik het niet laten mijn smaakvolle nieuws te delen met wie het maar horen wil. Al snel blijkt dat mijn plan bij veel anderen niet het ‘haleluja-gehalte’ heeft, zoals bij mijzelf. Het meest enthousiast zijn nog de kinderen, maar die hebben geen idee (en geen last) van al het werk dat verzet moet worden. “Ik zie het al helemaal voor me: dat jij dan in de tuin aan het werk bent en ik hier lekker huiswerk kan maken op het gras. En dan kan ik ondertussen bramen eten”, verzucht de twaalfjarige romantisch, terwijl ze nog een braam plukt.
Een eerste ruwe schets van mijn tuin in de actuele situatie. Wat kan er blijven staan en wat moet (letterlijk) op de schop?
Geen groene vingers
Veel vrienden en familie wijzen me er – de één subtieler dan de ander – op dat ik ‘helemaal niet van het tuinieren ben?’. Onze betegelde tuin heeft naast mijn kruidenbak en een paar losse bakken inderdaad enkel een ‘onderhoudsvriendelijke’ pergola. De rest van het groen groeit vanzelf tussen de stenen, grap ik altijd vrolijk. Hoe dan ook, ze hebben volledig gelijk: ik hou helemaal niet van tuinieren. Ik word niet veel warmer van een onkruidloos terras of van een bodembedekker perfect in het gareel. Maar zo’n moestuin… dat is toch écht wat anders.
Verstoft imago
Dat is niet iedereen met me eens. Het is ook snel duidelijk dat de moestuin toch een verstoft imago heeft, althans in mijn omgeving. “Een moestuin? Nee.. wat suf! Je bent toch nog niet met pensioen? En weet je hoeveel werk dat is!”, aldus een liefhebbend familielid. Een vriendin kijkt me eveneens vol afgrijzen aan bij het nieuws: “Echt? Ik vond het vroeger zo verschrikkelijk dat ik altijd mee moest met mijn ouders naar dat tuintje…”. Ik beloof haar plechtig dat ik niemand een trauma zal geven door verplichte moestuinbezoekjes.
Ik geniet alvast voor tijdens een heerlijke lunch: broodje aardbeien met verse munt uit eigen (moes)tuin.
De kookgekken snappen het
Slechts een handje vol mensen is net als ik echt enthousiast bij het idee van een moestuin. Sommige reageren zelfs met gezonde jaloezie: “Oh.. wat heerlijk. Wat zou ik dàt graag willen. En maar vijf minuten van je huis? Ideaal!”. Het valt me op dat het vooral de kookliefhebbers meegaan in het verhaal. “Wat ga je allemaal verbouwen? Ook boontjes en pompoenen? En heb je dan straks al boerenkool?” Het idee van je eigen ingrediënten laten groeien om ze vervolgens verser dan vers in smaakvolle gerechten te bereiden… Inspiratie te over en je voelt je meteen een betere kok.
En ach.. ik kan dan nu misschien nog geen onkruid van plant onderscheiden, maar dat komt vanzelf!