Cassata: een zoete taart met ricotta, marsepein en gekonfijt fruit
Met zijn pastelkleuren kan hij zo in de galerij met gerechten uit de jaren ’70: cassata. Maar durf deze Italiaanse taart niet ouderwets te noemen: het is een klassieker, ontstaan in Palermo, op Sicilië.
Pastelkleuren
Een traditionele cassata is te herkennen uit duizenden: een ronde taart met schuin aflopende randen, bekleed met een laag marsepein in pastelkleuren (pistachegroen, roze of zachtgeel). Bovenop prijkt vaak wat gekonfijt fruit.
Als het glazuur nu al van je tanden springt, maak dan je borst maar nat: de taart wordt gemaakt van spongecake, in laagjes gesneden en doordrenkt met likeur (Marsala of Amaretto) of vruchtensap. De vulling wordt gemaakt van gezoete ricotta, met stukjes gekonfijt fruit (sukade of bigareaux), noten (pistachenoten, amandelen) en chocolade.
In geboortestad Palermo wordt er voor de taart ricotta van schapenmelk, pistachenoten en citrusfruit gebruikt. En heb je een eenpersoonsversie voor je neus, dan prijkt daar een gekonfijt rood kersje op.
Paastaart
Cassata was al populair in 1574, toen het bisdom Mazara del Vallo (een rooms-katholiek bisdom op Sicilië) een verbod legde op het maken van de taart tijdens de Goede Week. Dat is de periode vanaf Palmzondag tot paaszaterdag. Waarom? De nonnen zouden drukker zijn geweest met het bakken en eten van cassata dan met bidden…
De taart wordt dan ook traditioneel gegeten rond Pasen. Maar trouwens ook bij bruiloften en partijen, zowel in Italië als in Amerika, waar grote groepen Italianen wonen. Siciliaanse Joden maken de taart voor Poerim en noemen ‘m cassati.
Wat is cassata ijs?
Wellicht een tikje verwarrend: er bestaat ook nog cassata ijs. Da’s een Napolitaanse ijssoort met fruit, noten en dikwijls drank, zoals Amaretto. Het ijs wordt vaak in de vorm van een cake gemaakt en geserveerd in dikke plakken, waarbij verschillende (soms gekleurde) laagjes zichtbaar zijn.
Zo maak je ‘t zelf
Van de taart zijn wel tien verschillende versies. Maar ze zijn grofweg in te delen in twee categorieën: de cassata al forno (korstdeeg gevuld met ricotta en gebakken in de oven) en cassata siciliana. Laatstgenoemde is de kleurige, versierde versie die wij kennen. Cassata al forno zou een beetje de boerenversie zijn, waar de siciliana de luxe ‘stadsversie’ is.
Om ‘m zelf te maken heb je een flinke portie geduld nodig: de spongecake en de vulling moeten eenmaal in de taartvorm zeker een nachtje in de koelkast staan. Daarna rol je de marsepein erover uit en begint het decoreren. In een handen-uit-de-mouwen-achtige bui? Volg dit recept van Rudolph’s Bakery op. Anders kun je beter een nonna lief aankijken…