Alles over het broodje halfom
Je hebt ‘m vast wel eens op het menu zien staan van je favoriete toko: het broodje halfom. Misschien is het je favoriet al, misschien heb je het mysterieuze broodje nog nooit aangedurfd. Culy zocht alle ins & outs over het broodje halfom voor je uit, zodat jij ‘m volgende keer goed voorbereid kunt bestellen.
Geschiedenis van het broodje halfom
Het klinkt saai, want een lesje geschiedenis is misschien niet waar we allemaal naar hunkeren op Culy. Toch vergt het broodje halfom enige uitleg, want het met pekel- en runderlever belegde broodje, is Joods-Amsterdams. En dat is waar de alarmbellen gaan rinkelen, want orgaan- en varkensvlees op een Joods broodje? Make that the cat wise.
Het zit zo: de vleeswaren op de halfom (ook wel broodje Amsterdam) komen van de koe. Deze koe is volgens Joodse tradities geslacht en daarom ‘rein’. De keukens, restaurants, slagers en broodjeszaken waar tientallen jaren geleden de broodjes halfom al werden gemaakt, stonden destijds allemaal Onder Rabbinaal Toezicht (ORT). Was dit niet zo, dan kon je er vanuit gaan dat er óf varkensvlees werd gebruikt óf niet netjes werd geslacht. Niet koosjer dus.
Het broodje is altijd halfom
Het glas is altijd halfvol en het broodje is altijd halfom. Want waarom heet het broodje halfom nu halfom? Dit is omdat je half-half voorgeschoteld krijgt. Een soort verjaardagsboterham van vroeger waar je én hagelslag én chocopasta op mocht. Daarnaast staat ‘halfom’ voor Joodse humor en “het kan alle kanten uit.” Hoe je ‘t ook went of keert, met een broodje halfom kun je dus alle kanten op.
Hoe wordt het gemaakt en gegeten?
Een echt broodje halfom wordt geserveerd op een lekker poederig vloerkadetje. Boter wordt er niet gebruikt (in de oude recepturen), want al dat beleg dat erop komt is al vet genoeg.
Dan volgt het vlees: twee plakken pekelvlees en vier plakken gekookte lever (al dan niet met spekkies). Dan nog wat witte peper en klaar is je halfommetje. Een maaltijd in een kadetje.
Waar eet je een broodje halfom?
Je proeft een goeie halfom natúúrlijk bij Eetsalon van Dobben in Amsterdam, die de broodjes nog serveert zoals vroeger (voor alle broodjeshuizen veranderden in snackbars). Woon je niet in Amsterdam? Ga dan eens langs bij de betere slager. Steeds meer slagers herontdekken het broodje en willen vást en zeker een broodje halfom voor je in elkaar flansen.
Mits ze ‘t recept weten, maar anders kun jij ze nu een handje helpen na het lezen van dit artikel.