Zelf een goede boemboe maken: zo doe je dat!
Boemboes zijn de basis, de geur en smaak van de Indonesische keuken. Want een boemboe is hét kruidenmengsel waar eigenlijk ieder gerecht mee begint. Je kunt het kant en klaar kopen in de supermarkt, maar zelf maken is net zo makkelijk en vijf keer zo lekker.
Een mini-guide voor de lekkerste boemboes.
Vijzel of hakmolen?
In veel recepten voor een boemboe zie je tegenwoordig een hakmolen of kleine blender in the mix als quick fix. Heel handig, maar je krijgt toch niet hetzelfde resultaat als met een vijzel. Je kunt zelfs stellen dat het twee compleet andere bereidingstechnieken zijn. Met vijzelen voeg je een extra dimensie toe aan de ingrediënten: smaken en oliën komen vrij, je vijzelt als het ware de cellen kapot. Hierdoor smaakt en ruikt een boemboe nog lekkerder.
Dus het antwoord is heel duidelijk: een vijzel. Maar we geven je wel een shortcut, hak eerst de ingrediënten grof in een hakmolen en ga daarna verder in een vijzel. Dat scheelt een hoop werk.
Basisboemboe
Je kunt met een boemboe heel veel kanten op, maar laten we beginnen met de basis. Die is in bijna alle gevallen hetzelfde: knoflook, ui en rode pepers of sambal oelek. Houd je van pittig of juist niet? Varieer met de soort pepers die je gebruikt: van een rawit tot een madame Jeanette. Maar zelfs het weglaten van de pepers is een optie bij een boemboe. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is Indonesisch eten niet enkel pittig, maar juist vaak subtiel.
Snijd of hak de ingrediënten. Vijzel ze vervolgens tot een soort grove pasta met een scheutje plantaardige olie en voilà: je hebt jouw basisboemboe. Ga je koken met jouw basisboemboe? Vergeet dan niet de basisregel: eerst een paar minuten rustig bakken in een wok, dan komen de smaken en geuren pas helemaal goed vrij.
Zelf sambal maken: handige tips voordat je die pepers te lijf gaat
Het ingrediëntenlijstje
Het kan je een beetje duizelen als je een ingrediëntenlijstje ziet voor een boemboe: dan zakt direct de moed je in de schoenen. Maar kijk eens goed naar wat erop staat en het valt vaak heel erg mee. Veel heb je al in huis of je kunt een variant gebruiken.
Als voorbeeld de galangawortel en gula djawa. De eerste is hetzelfde als laos en kun je ook vervangen door gember. Gula djawa is palmsuiker en daar kun je prima ook rietsuiker in de plaats voor gebruiken. Ook hoef je tegenwoordig niet meer stad en land af te reizen voor specifieke ingrediënten, maar kun je veel bij de gemiddelde grootgrutter krijgen.
Megatip: heel veel smaakmakers die je gebruikt voor boemboes kun je in de vriezer bewaren. Neem 1 grote ziplockbag en bewaar daar al je boemboe goodies in zoals citroengras, limoenblad, laos, gember en allerhande pepers. Je hebt ze zo altijd bij de hand.
Gele, rode en groene boemboes
Eigenlijk heeft ieder gerecht zijn eigen boemboe met zijn eigen specifieke ingrediëntenmengsel, maar dat is onmogelijk om allemaal te beschrijven. We laten je kennismaken met drie heerlijke varianten, waarmee je goed jouw eerste stappen in boemboeland kunt zetten.
Eigenlijk is deze driedeling niet helemaal Indonesisch en kom je ‘m meer tegen in de Indiase keuken en haar vergelijkbare currypasta’s, maar het is een handige richtlijn. Wil je nog meer weten? Dan is de bijbel van de Indonesische keuken een must have in jouw kookboekenkast.
Gele boemboe
Een gele boemboe is over het algemeen mild en lichtzoet. Smaakmakers zijn kerrie, gember, citroen en limoen, sereh, komijn, kaneel – en misschien een beetje rietsuiker, want in iedere boemboe zit een klein zoetje – en kardemom. Overheerlijk bij kokosnoot, witvis en kip.
Rode boemboe
In deze boemboe zit veel meer pit, het is alleen niet zo dat hij alleen maar bestaat uit pepers. De basis van een rode boemboe is vaak tomaat samen met rode pepers, maar ook chilipoeder kun je gebruiken. Aanvullen met paprikapoeder, koriander, gember en limoen – want in iedere boemboe zit een zuurtje – en je kunt los. Bijzonder lekker bij tofu, rundvlees, eieren of boontjes.
Groene boemboe
Dit is vaak de pittigste variant, misschien ook wel bekend van een Thaise curry. Het groene element komt van spinazie en verse koriander, samen met verschillende soorten pepers. Heerlijk met limoenblad, kemirinoten of amandelen, laos, kurkuma, komijn en een beetje azijn – want we zeiden het al: iedere boemboe heeft ook een zuurtje.
Let op: pepers hebben de bijzondere eigenschap om heter te worden op het moment dat je ze verhit. Ze worden niet daadwerkelijk heter, maar dat signaal krijgen onze hersenen tijdens het eten ervan en dan krijg je de bekende zweetlip – dus denk daaraan als je begint met vijzelen! Selemat makan of eet smakelijk.
https://www.instagram.com/p/CSn60y5hgH-/