Er heerst een frikandellentekort, maar wat is eigenlijk de geschiedenis van de frikandel?
Laatst bereikte ons het nieuws waarvan je altijd hebt gehoopt ‘t níét mee te maken: er heerst een frikandellentekort. Wij Nederlanders blijken zullen frituurfanaten dat we het aantal frikandellen tot een schaarste hebben gebracht. Paniek! Maar naast die algehele staat van paniek, vragen wij ons vooral af: waar komt die frikandel nu eigenlijk vandaan en wat is ‘t dat hem zo onmisbaar maakt? Daarom vandaag: álles over de frikandel.
Wat is de frikandel?
Het kan natuurlijk zo zijn dat je nog nooit een frikandel hebt gegeten. Dan is ons nummer één advies eerst even naar de snackbar bij je in de buurt gaan en er eentje bestellen voordat je verder leest. De frikandel is namelijk een zeer geliefde frituursnack en we kunnen ‘t niet beter omschrijven dan een lange, bruine vleesstaaf (dit begint al goed) waar ingrediënten inzitten waar heel Nederland al jaren over speculeert. Slachtafval, uiers, koeienogen of paard. Wat denk jij?
https://www.instagram.com/p/CgAQVpNI8DX/
Voor eens en voor altijd: wat zit er ín de frikandel?
Om maar direct met de deur in huis te vallen: ja, er zit soms paard verwerkt in je frikandel. Afhankelijk van hoe de producent zijn band is met de knollen van zijn buurvrouw. Maar uiers en koeienogen? Gelukkig niet!
Een frikandel wordt vandaag de dag vooral gemaakt van kippen separatorvlees (dat achterbleef op het karkas) en varkensvlees. Zoals hierboven gezegd voegen sommige producenten paardenvlees toe, maar dit is eigenlijk nooit meer dan 5%. De rest? Dat is water, paneermeel, kruiden, uien, smaakversterkers en bindmiddel om het geheel goed samen te houden.
Hoe smaakt een frikandel?
Culy’s Martine weet ‘t zeker: “Een frikandel is op z’n lekkerst na een avond buffelen in de horeca. Als een van de chefs de frikandellen laat zakken in de frituur weet je dat de avond bijna ten einde is en the good stuff op tafel komt.”
De smaak van de bruine geluksstaaf is het beste te omschrijven als warm wintervlees na een koude wandeling. Dit komt vooral door de kruiden die er in de frikandel gaan: nootmuskaat, uienpoeder, foelie, een beetje piment en witte peper. Eigenlijk alles dat er ook in een basisrecept stoofvlees gaat. Leuk detail: verse frikandellen komen aan hun bruine kleur door ze eerst te pocheren in bouillon met wat gemalen koffie.
Wil je nu zelf aan de gang om ze te bakken óf om je stoofvlees echt naar frikandel te laten smaken? Tegenwoordig zijn er speciale frikandelkruiden te vinden. Zo laat je alles smaken naar de del.
Waar komt de frikandel vandaan?
Mogen we de persoon die onze favoriete snack ooit ‘uitvond’ al kronen tot de beste uitvinder ter wereld? Oké, overdreven misschien, maar dat de frituursnack een top uitvinding is, staat vast. De eerste commerciële del werd in 1954 gelanceerd in Dordrecht. Gerrit de Vries, een slagersknecht, verkocht gehaktballen aan de horeca. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn balletjes veranderen. Zijn oplossing? Hij veranderde de vorm, maar ‘t recept niet.
Hoe Gerrit aan de naam kwam? Stom toeval toen een vrouwelijke Duitse snackbarhouder Gerrit de Frikadelle introduceerde: een platte gehaktbal. De Vries nam de naam over, maar zonder N. Later was het de firma Beckers die er met de credits voor de frikandel vandoor ging.
Frikadel of frikandel?
Om nog even door te gaan op het ontstaan van de snack. De frikadel, zoals Gerrit de Vries ‘m bekroonde, is inderdaad een platgeslagen gehaktbal. Je kent deze misschien wel van de frikadel pan, dat overheerlijke Indische gehaktbrood.
De firma Beckers kroonde hun frikadel naar jaren experimenteren tot de frikandel en gingen er met ‘t patent vandoor. Hun inspiratie? De Amerikaanse snack-cultuur die destijds in opmars was. Ze ontwikkelden de frikadel tot een lange, egale gehaktstaaf en gingen ermee de markt op. En de rest? Dat is geschiedenis.
Frikadel of frikandel zijn dus wel degelijk twee verschillende dingen. Toch is de frikandel (met n) pas in 2005 toegevoegd aan het Groene Boekje. Tot die tijd was de -n discussie nog wel legitiem, vandaag de dag is het gewoon met een ‘n.’ Is dat ook weer uit de wereld.