Belegen, 50+, overjarig: wat zegt dit over je kaas?
De aanduidingen op kaas nemen we vaak voor lief: ziet kaas er aantrekkelijk uit, dan mikken we ‘m meestal binnen de milliseconden in onze winkelmand. Toch heeft het zoals altijd zijn charmes om je iets meer te verdiepen in de materie, om later met extra veel kennis te genieten van je kaasplank.
Daarom werd ‘t dringend tijd voor een lesje kaas: want wat betekenen al die aanduidingen eigenlijk allemaal?
Van jong tot overjarig: dit betekenen de aanduidingen op je kaas
Jonge kaas
Na 4 weken rijpen kan men spreken van jonge kaas. Daarmee zijn ze de smeuïgste en mildste kazen van dit rijtje. Wie een intense kaas doorgaans te overheersend vindt, is met jonge kaas aan het juiste adres.
Jong belegen
Van jong belegen kaas spreekt men zodra kaas 8 tot 10 weken heeft gerijpt. Zacht, smeuïg en met een licht zoutje: dat is waar je je bij jong belegen kazen kunt verwachten.
Belegen
Van belegen kaas spreekt men dan weer zodra kaas 16 tot 18 weken heeft gerijpt. Dat is kort genoeg om de kazen nog steeds te bestempelen als ‘mild’, maar lang genoeg om al een klein beetje meer scherpte te ontwikkelen.
Extra belegen
Kreeg kaas 7 tot 8 maanden de kans om te rijpen? Dan krijgt ‘ie de term extra belegen. Daarmee neigt ‘ie al naar het intense karakter van wat oudere kazen, zonder zijn romigheid te verliezen. Een beetje als het beste van twee werelden, dus…
Oude kaas
Kreeg kaas 10 tot 12 maanden de kans om te rijpen? Dan mag die officieel oude kaas heten. Van oude geitenkaas tot oude komijnkaas of een Ouwe Rotterdammert: genoeg variatie onder de oude kazen, al kun je bij alle exemplaren uitgaan van een een sterk ontwikkelde smaak – intens en vol.
Overjarig
Zodra een kaas 12 maanden of meer heeft gerijpt, spreekt men van overjarige kazen. Overjarige kazen zijn het hardst en daarom nog net – of nauwelijks – snijdbaar. Dit soort kazen laat zich goed brokkelen en is lekker op een kaasplankje of om gerechten te voorzien van meer karakter. Want dankzij al dat rijpen, is de smaak van overjarige kazen intens, pittig en uitgesproken.
En wat dan met die cijfers?
En dan zijn er nog aanduidingen met cijfers, variërend van 10+ tot 60+. Deze hebben alles te maken met vetpercentage, waarbij 10+ de magerste kaas is en 60+ kaas de vetste.
Let wel: de ene +48 is de andere +48 niet. Dat heeft te maken met het feit dat het gehalte vet per hoeveelheid droge stof wordt berekend voor deze aanduiding. In oude kazen (die niet ontoevallig harder en droger zijn) is de hoeveelheid droge stof – en het daarmee gepaard gaande vetpercentage – daarom het hoogst.
Gewoon een paar makkelijke vuistregels onthouden? Onthoud dan dat kazen met de aanduidingen 10+, 20+ en 30+ de magerste zijn en dat oudere kazen in de regel meer vet dan jongere kazen bevatten.
Meer over kaas?
- Nooit meer dikke klonten kaas in je pasta dankzij deze tips
- Wow: dit is waarom je kaas beter gaat smaken van hiphopmuziek
- Alles wat je moet weten over brunost: ‘karamelkaas’ van ingekookte wei