5 vragen aan Mas van De Vrouw met de baard: ‘Er mag best meer aandacht naar de Indonesische en Molukse rituelen’
In Culy’s vaste rubriek stellen we steeds vijf culinaire vragen aan een bekende foodie over zijn of haar eetgewoonten. Dit keer legden we ons vragenvuur voor aan… Mas van Putten van De Vrouw met de Baard.
Het culinaire en creatieve duo De Vrouw met de Baard bestaat uit de Moluks-Indische Carl Lemette en de Indische Mas van Putten. Ooit werden zij verliefd op een stoepje op de Amsterdamse grachten. Ze begonnen een cateringbedrijf, een restaurant én schreven twee kookboeken samen, waarvan de derde op dit moment in de maak is.
De twee gaan voor hun nieuwste boek terug naar de Molukken en op zoek naar mooie verhalen en eerlijke recepten. De hoogste tijd om Mas daar een paar vragen over te stellen in onze rubriek ‘5 vragen aan…’.
5 vragen aan Mas van De Vrouw met de Baard
1. In Nederland is vooral de Indische keuken bekend. Wat is volgens jou iets uit de Indonesische/Molukse keuken waar veel meer aandacht voor zou moeten zijn?
Mas: “Wat ik zo mooi en interessant vind aan de Indonesische en de Molukse keuken zijn de rituelen die ervoor zorgen dat het woord verbinding aan tafel echt betekenis krijgt. Het is zo rijk en het ligt allemaal voor het oprapen of beter gezegd: klaar om op te eten, van te leren en van te genieten.
Culy Homemade: Tjolo-Tjolo en Colo-Colo (Indonesische dipsauzen)
Als we het over Indonesisch of Moluks eten hebben, kijken we meestal naar ons koloniale verleden. Maar voor die tijd ligt nog een wereld aan gerechten waarin verbinding met de natuur, het spirituele en de mensen centraal staan. Tijdens onze pop-ups en workshops besteden we daar veel aandacht aan.
Momenteel ben ik helemaal in de ban van de kracht van de tumpeng, een hoge kegel van nasi kuning, die op tafel komt bij speciale gelegenheden. We vertellen dat in ‘de top van de berg’ de geesten wonen en wij (de mensen) aan de voet van ‘de berg’. We merken dat er bij veel mensen een sterke behoefte is aan iets dat ontstijgt aan onze dagelijkse werkelijkheid.
Als Indo/Molukkers komen we uit goedlachse, maar zwijgzame families waarin veel verdriet verborgen ligt. Geholpen door dit soort rituelen durven we de kwetsbaarheid van onze persoonlijke zoektocht naar wie we zijn te delen en we merken dat het aanstekelijk en inspirerend is voor iedereen. Daar zou best wat meer aandacht voor mogen zijn.”
2. Wat is je favoriete toko waar je naartoe gaat als je geen zin hebt om zelf te koken?
“Toko Makassar in Amsterdam! De geur van een echte Indische toko is ongeëvenaard, de strengheid van de heren achter de counter doet je denken aan thuis: “Wat nog een bapao?!” Ik bestel met de grootste beleefdheid en respect één lemper met tonijnvulling, één kwee lapis (een licht gekleurd hapje van gestoomde santen en rijstmeel) en ik koop een bakje Ikan terie (droog gebakken visjes in sambal en suiker en die eet ik uit het vuistje. Sedap!“
3. Je bent samen met je partner Carl bezig aan jullie derde boek, wat kunnen we daarvan verwachten?
“We zijn als De Vrouw met de Baard bezig met een Moluks kookboek met recepten van de bron op de Molukken zelf. We besloten dat we het maakproces blanco en zonder aannames in zouden gaan. De Molukse keuken is heel gezond, alles wordt vers geplukt. Verwacht in die keuken geen dikke sauzen, maar natuurlijke smaken: het eten is puur en eerlijk.
Tijd en gemeenschapszin staan op de Molukken op één. Koken doe je daar dan ook nooit alleen, maar met elkaar. We mochten koken met de inheemse Alifuru-gemeenschap, de oorspronkelijke bevolking op het moeder eiland Ceram. De Alifuru krijgen enorm veel respect van de Molukkers. Nadat men ons twee dagen had geobserveerd werden we ‘familie gemaakt’. We kregen een ceremonie met rode doeken om ons hoofd heen en moesten de belofte maken de doeken de hele reis niet meer af te doen. In het boek ga je ons dus heel vaak met rode doeken op ons hoofd terug zien.
Wat je daarnaast terug gaat zien, is een gerecht met krab in een zachte saus van kenari noten (Javaanse amandelen), een kreeft van de grill en diverse zeewiersalades met vruchten. Wat ons echt opviel tijdens de reis was de perfecte zuurbalans in de gerechten.”
4. Wat hoop je ooit nog te doen, te maken of uit te brengen na het derde kookboek?
“Op dit moment komen veel van onze wensen uit. Onze workshops lopen als een malle en volgend jaar gaan we daarmee zelfs het theater in! Ons rest de diepe wens om de oorspronkelijke reis die Molukkers ooit maakten vanuit Papua, New Zealand, Samoa en Hawaï met een kano te herbeleven en daarover een kookboek te maken. “
5. Wat is je gekste eetgewoonte?
“Je krijgt er drie van me:
- Ik kan ‘s ochtends – tot afgrijzen van mijn partner – alles eten: bloedworst of garnalen, het maakt niet uit.
- Ik eet minstens twee potten augurken per week leeg.
- Ik eet heel graag met mijn handen. Daarmee smaakt alles lekkerder! Mijn Indische moeder was heel erg van de etiquette, maar als het feest was dan mochten we met onze handen eten.”
Meer interviews:
- 5 vragen aan… Mounir Toub: “Als je echt van je gasten houdt, serveer je kipbastilla”
- 5 vragen aan Nick Toet: “Ik gooi bijna op alles een lekkere hatsas – Haags voor hotsauce – als het maar smaak heeft en pittig is”
- 5 vragen aan Mara Grimm: ‘Ik word knettergek van al die krukjes in de horeca’