10 fouten met bakken die we allemaal maken (ja, jij ook!)
Ons artikel ‘5 fouten in de keuken die we allemaal maken‘ was zo’n groot succes, dat we besloten een bak-variant te maken. Want als er érgens snel wat mis mee gaat, is het met bakgerechten uit de oven. Daarom: 10 fouten met bakken die we allemaal maken. Be prepared!
1. Je vorm niet goed invetten en/of bekleden met bakpapier. Dit moét wel de meest gemaakte bakfout ever zijn. Veel thuisbakkers zijn lui of denken: “ach, dat komt wel goed”. Nee, dat komt dus niét goed! Niets zo zonde als een uur in de keuken staan voor de perfecte brownie, en deze vervolgens niet uit de vorm krijgen. Ja, kruimels zijn ook lekker, maar neem die maar eens mee naar je werk. Invetten en bekleden dus!
Wij zijn fan van bakspray onder én boven een bakpapiertje. Dubbele zekerheid. En soms nog een laagje bloem over de buitenste laag bakspray (even aftikken om teveel bloem weg te halen). Invetten met boter werkt ook altijd goed, maar wees wel royaal. Plakkerig beslag knows no mercy, dus alle hoekjes moeten meegenomen worden.
2. Slechte of kapotte bakvormen gebruiken. Die muffinvorm waarvan het ijzer loslaat, of die gebogen springvorm die lekt, kunnen echt niet meer. Investeren in goed bakgerei is belangrijk als je regelmatig bakt, en de tools hoeven absoluut niet duur te zijn.
3. Niet secuur afwegen. Oh yeah, betrapt! Vaak is het mislukken van je baksel je eigen domme schuld, want 142 gram is niét hetzelfde als 150 gram. Niet in patisserie. Secuur zijn dus, én investeren in een digitale keukenweegschaal, want die met dat hupsende rode wijzertje is zó 1994.
4. Eigenwijs zijn en het recept niet volgen. Als er staat ‘mix de boter en suiker met een handmixer tot een luchtig mengsel’, betekent dat niet dat je het even drie seconden door elkaar kunt roeren met een lepel. Sorry. Als je dat wil, maak dan maar soep.
5. Geen zout gebruiken. Zout staat altijd een beetje gek in een ingrediëntenlijst tussen allemaal zoete broertjes en zusjes, maar het zout haalt juist het zoete op. Niet overslaan! (Of je moet met zout minderen op doktersadvies).
6. Spelen met de oventemperatuur en tijd. Vertrouw het recept: als er staat 30 minuten op 200 graden, doé dat dan ook. 40 minuten op 180 graden lijkt ‘ongeveer hetzelfde’, maar zo werken ovens niet (bummer). Als je het recept niet vertrouwt, zoek dan een ander.
7. De ingrediënten niet op de juiste temperatuur hebben. Voor taartdeeg heb je bijvoorbeeld ijskoude boter nodig, voor andere recepten moet deze juist op kamertemperatuur zijn, of gesmolten. Argh, het is altijd gedoe daarmee. Eieren moeten eigenlijk altijd op kamertemperatuur zijn voor baksels, dus haal die als de wiedeweer uit je koelkast!
8. Weglopen en nooit meer terugkomen. Het is altijd raadzaam om tussendoor een paar keer te checken bij je oven hoe het gaat (let op: bij sommige recepten, vooral met dingen die rijzen of souffleren, moet je de ovendeur niét tussentijds opendoen!). Als het lampje in je oven stuk is, maak deze dan vandáág nog. En wederom, wees niet eigenwijs: geeft het recept aan dat je tussentijds de vorm moet draaien of de ingrediënten moet husselen, doe dit dan ook. Té zonde als de helft van je koekjes gaar zijn, en de andere nog bleek.
9. Zomaar vervangende ingrediënten gebruiken. “Geen bakpoeder in huis? Ohh, dan pak ik wel wat maizena!” Ja, dit hoorden we onlangs echt iemand zeggen. Of: “op internet las ik dat je helemaal geen eieren hoeft te gebruiken, je kunt ook een banaan prakken”. Beetje waar, maar eieren zijn vaak ook nodig voor de consistentie en luchtigheid. En agavesiroop is een goede vervanger voor suiker, maar suiker doet meer dan alleen een zoet smaakje geven. Pas dus op met vervangen!
10. Ongeduldig zijn zodra je baksel klaar is. Zoals vaak in recepten beschreven staat, is het essentieel dat je dingen laat afkoelen (al dan niet in de vorm) voordat je er mee aan de haal gaat. Ga dus geen koekjes van een plaat proberen te schuiven als ze nog loeiheet (en zacht zijn), haal nog niét de rand van een springvorm van de cheesecake af als deze nog niet opgesteven is. Geloof ons, je zult jezelf haten als je ongeduldig bent (en je vrienden ook, want die hebben nu geen taart).